Wat leert de medewerker?
Medewerkers verdiepen zich in het herkennen van ziektebeelden in de praktijk, leren hoe ze ongewenst gedrag en ouderenmishandeling signaleren én hoe ze daar professioneel op reageren. Ze krijgen handvatten voor rouwsensitief werken en palliatieve zorg. Ook wordt er geoefend met signaleren, rapporteren, verslagleggen en het waarborgen van zorgkwaliteit. Medicatie aanreiken en toedienen komt aan bod als onderdeel van het ondersteunend handelen.
Impact op medewerker en organisatie
Deze verdieping geeft medewerkers stevigheid in hun rol: ze weten wanneer ze moeten handelen, hoe ze dat zorgvuldig doen en met wie ze overleggen. Daardoor voelen ze zich meer verantwoordelijk én bekwaam, wat leidt tot betere zorg, tijdige signalering van risico’s en minder belasting voor het team. Voor de organisatie betekent dit: vakbekwaamheid, vertrouwen en continuïteit in de ondersteuning.
Aansluiting op het kwalificatieregister
Dit thema sluit aan bij het mbo-certificaat Ondersteunen en begeleiden in de maatschappelijke zorg (C0101), onderdeel van het kwalificatiedossier Begeleider maatschappelijke zorg (niveau 3). De inhoud ondersteunt het bijdragen aan het ondersteuningsplan, het begeleiden van groepen en het versterken van de eigen regie van cliënten.